Dag 25 _ 10 augustus 2017 (reisdag naar Flam-Noorwegen)

11 augustus 2017 - Flåm, Noorwegen

Even meesmullen met onze reisdag!

We hebben besloten om vroeger op te staan dan normaal. Als we naar buiten kijken zien we dat de bergen om ons heen weer helemaal gevuld zijn met een laaghangende, dreigende bewolking.

Het is gelukkig droog als de caravan wordt aangekoppeld met de moover. Zonder dat apparaat is het niet te doen om de caravan waterpas te zetten op zijn plekkie.

We rijden om 08.30u de camping af richting Stryn. Normaliter zouden we hier weg 60/E39 hebben genomen, maar die is afgezet vanwege het noodweer dat daar huis gehouden heeft en wegen onbegaanbaar Volgens het boek zou dat een prachtige route zijn geweest.  Het is helaas niet anders.

We gaan vandaag een alternatieve route nemen en moeten noodgedwongen nog een keer een extra veerboot nemen om weer op het juiste spoor te komen.

De eerste 30 kilometer is het nog droog, maar dan raken we verzijld in laaghangende bewolking. Het is net of je in de motregen rijdt. Maar daar blijft het niet bij, want de regen maakt het op sommige delen op onze route nog triester. De bergen om ons heen zijn in een grauwe wolkensluiers gehuld. Het uitzicht wat zo mooi had kunnen zijn is verleden tijd geworden.

Op deze route wachten ons naast het weer nog veel meer verrassingen. Dat wil zeggen het rijden in tunnels. Dat is hier niet voor de poes.  Het land kan niet zonder tunnels , want dan zou alles hier onbegaanbaar zijn.

Voor de vervangende route moeten we na Stryn, weg E39/15 volgen en na ca 64 km bij het plaatsje Lote afslaan om daar even verderop  een veerboot te nemen naar Anda.  

Ik programmeer de TomTom op Lote. Het is slecht weer als we die kant oprijden. Op een gegeven moment zegt Truus van de TT dat we links af moeten slaan. Het is een onbeduidend weggetje. Het plaatsnaambordje Lote is niet te zien. Volgens Dineke moeten we nog verder doorrijden en de weg blijven volgen. Okë. Maar dan duiken we na 2 km al een tunnel in van 4 km en even verder nog een tunnel van 2 km. Wel is links van ons een Fjord en even verder zelf een bordje met veerboot. Ik vertrouw het niet en op de gedetailleerde kaart van Noorwegen zie ik dat we te ver zijn doorgereden.

We moeten terug, maar dan moet er wel ergens gelegenheid zijn om met de caravan de keren. Nou dat hebben we geweten. Nog 7 km verder kunnen we met moeite draaien. We rijden weer een stuk terug en ik vraag op het terrein waar mensen voor een veerboot staan te wachten, waar de veerboot naar Anda vertrekt. Ik moet verder terug door de 2 tunnels en dan na 2km rechts af. Na een stukje rijden op deze weg lis het bordje Lote te zien en nog even verder een bordje met de veerboot.

Je moet dan nog een km  of 6 rijden voor je bij deze veerboot bent. We betalen voor deze overtocht 237 NK. Het is weer een boot als een grote badkuip met hoge wanden, want je ziet helemaal niets. Pas als de boot aanmeert met een stoot tegen de wal ben je aan de overkant aangeland. Je moet dan via het plaatsje Anda en Sondane de weg E39 volgen om uiteindelijk in het plaatsje Byrkjelo aan te komen. Dat is het plaatsje waar we verder weer het reisboek kunnen volgen.

Het regent intussen nog lekker door en er is weinig te zien van de omgeving. Dineke wordt het niet vrolijk van. Dan druk ik mij nog plastisch uit. We gaan de ene na de andere tunnel door.

Tunnels die bijna allemaal vrij donker zijn door matige verlichting en  door de donkere wanden. Heb je geluk dan is er nog een witte streep te zien om rechts te blijven rijden. In die tunnels is de max. sneldheid 80km. Mijn teller geeft aan 75km, wat Dineke nog veel te hard vindt. Vooruit dan maar 5 km minder naar de 70km. Af en toe passeert je daardoor in de tunnel een personenauto, die onze snelheid niet kan waarderen. Voordeel is dan wel dat je op een rood achterlicht wat makkelijker door de tunnel gaat.

De ene tunnel is 900 meter, dan een andere weer 400 meter en dan weer een langere van 2,7 km (Stoylsnestunnel)  Je krijgt daarna weer direct te maken met een stijging van 8% door slingerende wegen. En voor je het weet zit je al weer bij de volgende tunnel van 6390  meter lang (Fjaerlandstunnel). Direct na die tunnel ligt links van de weg de gletsjer Boabren. Het reisboek zegt dat er een parkeerplaats is bij een restaurant.  Ik rijd er heen, want het is tijd om een boterham te nemen. Eerst is er een WC stop, waar het druk is met auto’s op de parkeerplaats, waar je ook niet te veel van moet voorstellen. De weg naar het restaurant gaat naar boven en is smal. Ik waag het niet want stel je voor dat je een tegenligger tegemoet komt. We staan nog maar net of er passeert ons een bus op weg naar het restaurant. De chauffeur ziet geen problemen en kart naar boven. Ik ga hem toch niet achterna, want ik moet ook weer terug  Intussen blijft het regenen en zie ik de sneeuwmassa van de gletsjer in de wolken gehuld. Helaas geen foto.

We rijden weer verder, Dan zou er even verder weer een interessant  gletsjermuseum zijn. We zien er wel campers staan, maar rijden toch maar door, want we hebben nog wat kilometers voor de boeg.

Dan krijgen we weer een aantal tunnels die we door moeten. Eerst een kleintje van 100 meter. Dan direct daarna een van 2590 meter (Bergstunnel) en weer even verder de Frudalstunnel van 6750 meter. Je moet hier geen zonnebril opzetten want dan gaat het hopeloos mis. Nu al wordt je iedere keer overvallen om van het licht een donkere tunnel in te rijden. Het duurt even voor mijn gezichtsvermogen zich hierop heeft aangepast. Als we die tunnel uit zijn gaan we een lange afdaling maken naar het Sogndal. Niet te hard want voor je het weet staat is de snelheid al op de 80km en dat is onverantwoord. Dus altijd in de 2e of 3e versnelling naar beneden om de remmen tegen overhitting te besparen.

We rijden door de plaatsen Laerdal, Mannheller en Kaupanger en zien een bootsymbool op een blauw bord. Maar voor we bij de vertrekplaats zijn moeten we eerst nog een tunnel (Amlatunnel) van 3000 meter door. Aan het einde van de tunnel moeten we links aanhouden voor het opstellen voor de veerboot.

Voor ons staat al een lange rij met auto en ook 2 andere deelnemers op onze reis. Ik sta nog maar net stil of er komt al veerbootpersoneel op je af om te betalen. We hebben onze Noorse Kronen voor de vorige boot al opgemaakt en nu pinnen  met de creditcard. Dan moet je wel een pincode invullen op het apparaat. Wat is dat ook nog maar weer. Geen idee, Dus gewone betaalpas maar gebruikt en dat werkt gelukkig ook. Voor deze overtocht betalen we 228 NK.  Het is een grote veerboot waar veel auto’s en vrachtauto’s op gaan. We moeten even wachten voor de veerboot is gearriveerd en dan gaan we aan boord. De tocht over het Fjord duurt ca 15 minuten. Ik kan toch nog een paar foto’s maken want de voor- en achtersteven van de veerboot is niet hoger dan 1,50 meter. In het Engels wordt ons ook nog via de bootspeaker vertelt wat we moeten doen bij pech. De instructies van de bemanning volgen. We komen veilig aan de overkant en vervolgen onze weg de steil naar boven gaat.

Dan duikt er weer een bord op voor de volgende tunnel. Dit keer de Fodnesstunnel van 6600 meter. In de tunnel wordt al reclame gemaakt  via een bord voor bezoek aan een zalmmuseum. Dat laten we links liggen, want we zijn er nog niet. Even verder duikt weer een tunnel op. Dit keer is het de Laerdalstunnel van 24,5 kilometer lang. Ga er maar aan staan. Deze tunnel is in 2001 geopend en is de langste tunnel van de wereld,  In de tunnel wordt steeds aangegeven waar je bent. Het bijzondere van deze tunnel is dat na elke 6km een bijzondere blauwe verlichting is te zien, wat het daglicht moet symboliseren. Dat gedeelte van de tunnel is zelfs zo breed dat je er even kan stoppen. We rijden door richting Bergen, de E16 op.

Als je dan denkt dat je het gehad hebt met de tunnels heb je mis gegokt. Eerst komt de Onstadtunnel van 670 meter en kort daarop de Frethetunnel van 1360 meter.

Als we die tunnel uitrijden zien we de camping al liggen. Na een paar bochten staan we voor de inrit.

Iemand van het campingpersoneel heeft al aan de auto gezien dat we  van de ANWB zijn. Er stapt een jongeman op zijn fiets die ik moet volgen. Dit keer ben ik een volgzaam type en ga hem achterna. Hij stopt en wijst mij de plek. Ik moet pal naast een paaltje gaan staan en de auto parkeren in het verlengde van het weggetje. Dan ben je blij met een moover want anders krijg je de caravan niet op zijn plek. De achterkant is bijna langs een afgrondje van een lager gelegen plateau. Het is een echte terrascamping. Gelukkig is het terrein redelijk vlak en het is zo waar droog geworden.

Er staan voor ons op het weggetje 6 deelnemers die eerder gearriveerd zijn. Maar na ons komt de een na de ander de camping oprijden. Dan is het zoeken naar het santairgebouw. Het is een aardig stukje lopen. Het ziet er allemaal netjes uit.

Om 17.30 hebben we weer een Happy Hour, waar de leiding ons uitleg geeft over ons treintochtje voor de volgende dag. We vertrekken om 17.00uur van het station dat pal tegenover de camping ligt. We kunnen daar gezamenlijk naar toelopen door om 16.45 bij de ANWB vlag te verzamelen.

Het is weer een gezellige Happy Hour, waarbij Dineke onder grote belangstelling van de deelnemers  haar befaamde moppen in beeld en geluid naar voren brengt. Het is lachen geblazen. Als iedereen weer in zijn normale gedoe is gekomen verlaten de deelnemers langzaam de Happy Hour plek.

Het is een dag om niet gauw te vergeten met hoogte en dieptepunten en “verblindende” tunnels.

Bij elkaar hebben we deze dag wel meer dan 50 kilometer door de rotsen gereden, waar het gelukkig wel droog was.